
Tim Tramnitz, één van de grootste talenten uit Duitsland, verliest mogelijk zijn plek in het Red Bull Junior Team. Niet vanwege een gebrek aan kwaliteit, maar omdat hij niet genoeg sponsorbudget heeft om een stoeltje in de Formule 2 mee te financieren.
Met het Nederlandse MP Motorsport kende Tim Tramnitz een prima seizoen in de Formule 3, waarin de in Hamburg geboren coureur (21) één race won en uiteindelijk als vierde in het kampioenschap eindigde.
Doorgaans zijn dergelijke prestaties ruim genoeg om de opstap te maken naar de Formule 2. Maar in deze klasse ontbreekt Tramnitz komend seizoen, zoals hij evenmin een derde jaar in de Formule 3 actief is.

Weliswaar was er de nodige interesse vanuit de F2, bijvoorbeeld van MP Motorsport, maar daar hing wel een prijskaartje aan. Een stoeltje in de Formule 2 kost per jaar zo’n 2,5 miljoen euro, wat Tramnitz hoopte te kunnen betalen met hulp van sponsor ADAC en Red Bull. Maar het geld dat deze partijen zouden inbrengen, was niet genoeg voor een zitje.
Inmiddels zijn alle plekken in de Formule 2 vergeven, dus Tramnitz kijkt (noodgedwongen) naar andere opties. Het liefste in single seaters, maar ook sportscars zijn een optie.
Zuur is wel dat Tramnitz mogelijk zijn plek verliest in het Red Bull Junior Team. Tenslotte kan het Oostenrijkse team niet een coureur ondersteunen die niet racet in een aansprekende formule-klasse.
Wel is het de vraag of daarover op korte termijn al duidelijkheid zou komen. Helmut Marko was belast met het Red Bull Junior Team, maar zoals bekend vertrok de Oostenrijker afgelopen week bij Red Bull. Het is onduidelijk wie op dit moment de eindverantwoordelijke van de opleiding is.
In elk geval, het verhaal van Tramnitz geeft aan dat er iets mis is in de opleidingsladder.
F1 VANDAAG houdt je twee keer per week bij over alles wat er speelt bij Red Bull en in de Formule 1. De podcast bespreekt nieuws, analyses en opvallende momenten uit het seizoen van Verstappen. Je kunt elke aflevering bekijken op YouTube of beluisteren via Spotify en andere podcastapps.



