Tijdens de mediadag op donderdag vertelde Oscar Piastri aan onder andere GPblog dat Max Verstappen een kanshebber is voor de winst in Spanje. De data van de lange runs lijken dat te bevestigen.
Voor de race in Spanje voerde de FIA een aangepaste regel in (TD018) over de flexibiliteit van de voorvleugel. Veel mensen hoopten dat dit effect zou hebben op de prestaties van sommige teams. Tot nu toe is daar echter nog niets van te merken.
Voor Red Bull was Spanje een belangrijke test. Waarom? Omdat het Circuit de Barcelona-Catalunya bekendstaat om de hoge bandenslijtage. Met het warme en zonnige weer dit weekend waren de omstandigheden perfect om te zien of Red Bull echt beter met de banden omgaat dan McLaren.
En als we kijken naar de indrukwekkende lange runs van Max Verstappen, dan lijkt Red Bull inderdaad stappen vooruit te hebben gezet.
Terwijl zijn concurrenten er niet in slaagden om in de 1:19 te blijven rijden, deed Verstappen dat zonder moeite. Van zijn eerste vier ronden zaten er drie in de 1:19.7, en zijn tweede ronde was een 1:19.961. In de drie ronden daarna reed hij constant 1:20.4, wat erop wijst dat hij wat rustiger aan deed om de bandentemperatuur onder controle te houden.
Daarna ging hij niet alleen terug naar de 1:19, maar verbeterde hij zijn eerdere tijden met een 1:19.528 – zijn snelste ronde tot dan toe. Vervolgens reed hij nog een 1:20.297, een 1:19.961 en twee keer een lage 1:20. Gemiddeld kwam hij daarmee uit op een indrukwekkende 1:19.993.
Of toch wel? In de warme en zonnige tweede vrije training in Montmeló konden de McLarens de constante snelheid van Max Verstappen niet bijhouden. En dat terwijl McLaren normaal juist goed presteert in zulke omstandigheden.
Waar McLaren meestal sterk is op zondag, lijkt het er nu op dat het team tijd verliest ten opzichte van Red Bull – of beter gezegd: ten opzichte van Verstappen.
Piastri was af en toe snel en reed soms in de 1:19, maar dat lukte hem alleen aan het begin van zijn stint. Naarmate hij meer ronden reed, werd hij geleidelijk trager. Zijn tijden gingen richting de 1:20 en zelfs de 1:21. Zijn gemiddelde tijd over 14 ronden was 1:20.897.
Voor zijn teamgenoot Norris zag het er iets beter uit. Toch was ook hij niet op het niveau van Verstappen. In zijn stint van 10 ronden dook hij maar één keer onder de 1:20, met een 1:19.911.
In de laatste twee ronden leek er wat bandenslijtage zichtbaar, maar dat was lang niet zo erg als bij Piastri. Het gemiddelde racetempo van Norris kwam uit op 1:20.221. Nog steeds niet genoeg om Verstappen te bedreigen.
Ferrari heeft nog steeds moeite met de snelheid in de kwalificatie, maar de langere runs – vooral die van Hamilton – zagen er veelbelovend uit.
Hamilton reed een lange stint van tien ronden, en die gaf een goed beeld. In het begin zat hij nog in de hoge 1:20's, waarschijnlijk omdat hij de banden rustig opwarmde. Daarna werden zijn rondetijden steeds beter. In zijn zevende ronde klokte hij zijn op één na snelste tijd: 1:20.433.
Vervolgens wist hij nog meer snelheid uit de banden te halen en dook hij onder de 1:20. Eerst reed hij een 1:19.051, daarna een 1:19.470, en hij sloot af met een 1:19.869. Zijn gemiddelde over de stint kwam uit op 1:20.269, slechts 0.048 seconden achter Norris.
De stint van Leclerc was minder sterk. Hoewel ook hij soms onder de 1:20 reed, was zijn tempo minder constant dan dat van Hamilton. Twee keer reed hij zelfs in de 1:21 – één keer aan het begin om de banden op te warmen en later nog een keer richting het einde van de stint.
Toch lijkt de bandenslijtage van de Ferrari SF-25 mee te vallen, want Leclerc sloot zijn stint af met een 1:20.652. Zijn gemiddelde tijd over de hele stint was 1:20.607.
Er is goed én slecht nieuws voor Mercedes. Het goede nieuws: George Russell en Andrea Kimi Antonelli zitten qua prestaties dicht bij elkaar. Het slechte nieuws: ze zijn nog steeds flink langzamer dan hun concurrenten.
Russell weet geen tijd goed te maken op de Ferrari’s, McLaren’s en Verstappen. In zijn eerste ronde laat hij nog zien dat er snelheid in de Mercedes W16 zit, maar in de ronde daarna verliest hij bijna een halve seconde – en dat maakt hij niet meer goed.
Hoe langer zijn stint duurt, hoe duidelijker het probleem met bandenslijtage wordt. Elke ronde verliest hij gemiddeld twee tot vier tienden. Af en toe is hij wel iets sneller dan de ronde ervoor, maar hij komt nooit meer in de buurt van zijn snelste rondetijd van 1:20.0. Na 16 ronden heeft hij een gemiddelde tijd van 1:20.847, te langzaam om vooraan mee te doen in Spanje.
De stint van Antonelli duurde één ronde minder. Aan het einde wist hij wel twee keer onder de 1:20 te duiken, maar over het geheel was zijn tempo niet goed genoeg om voor een podiumplaats te strijden.
Antonelli liet af en toe wel constante rondetijden zien, maar er zaten uitschieters tussen die soms een hele seconde langzamer waren. Zijn tweede ronde was bijvoorbeeld één seconde trager dan zijn eerste. Daarna vond hij weer wat ritme en zette hij zijn snelste ronde neer.
In ronde zes verloor hij opnieuw tijd: hij reed 0,8 seconde langzamer dan de ronde ervoor, met een 1:21.292. In de rondes daarna bleef hij ongeveer op dat niveau, tot hij uiteindelijk een 1:22.738 noteerde – anderhalve seconde langzamer dan zijn vorige ronde.
In de laatste ronden wist Antonelli wél weer tijden in de 1:19’s te rijden. Dat maakt het lastig te begrijpen wat er precies aan de hand is met het tempo van Mercedes. Zijn gemiddelde rondetijd kwam uit op 1:20.905 – bijna gelijk aan die van Russell, maar nog steeds ver achter Verstappens indrukwekkende 1:19.993.
Als teams op een circuit aankomen, proberen ze vaak verschillende afstellingen op de auto’s uit. Zo kunnen ze ontdekken welke afstelling het beste werkt. Daarbij moeten ze keuzes maken tussen bijvoorbeeld snelheid in de kwalificatie, racesnelheid, bandenslijtage en balans van de auto.
Dat betekent dat de ene coureur een andere afstelling krijgt dan de andere. Soms zijn die verschillen behoorlijk groot. Het is nog niet bekend hoeveel brandstof er aan boord was of hoeveel energie er werd gebruikt, maar om een goed beeld te krijgen van de snelheid van de auto, laten teams beide coureurs soms met dezelfde instellingen rijden – bijvoorbeeld met dezelfde hoeveelheid brandstof en energie-instellingen.