Max Verstappen erkent dat de problemen van Red Bull Racing in langzame bochten al sinds 2022 spelen, en dat het team ondanks veel intern overleg nog altijd geen oplossing heeft gevonden. De viervoudig wereldkampioen verwacht dat deze zwakke plek hem ook in de rest van het seizoen parten blijft spelen.
In gesprek met de media legt Verstappen uit dat de problemen met de RB21 op veel vlakken lijken op die van eerdere jaren. “Tot op zekere hoogte zijn ze behoorlijk vergelijkbaar. Elk seizoen krijg je te maken met kleine veranderingen: de banden veranderen, de auto verandert. Er zijn altijd positieve dingen die terugkomen, maar ook negatieve. En aan die negatieve kanten probeer je continu te werken.”
Een van die blijvende minpunten is de prestatie in langzame bochten, iets waar Verstappen al langer op hamert. “Sinds de invoering van de nieuwe regels in 2022 hebben we het daar lastig. Dat is geen geheim. We praten er veel over binnen het team, maar het is om wat voor reden dan ook gewoon heel moeilijk op te lossen. Het blijft al een tijdlang een zwakke plek.”
De Nederlander ziet dat zijn Red Bull vooral goed presteert op hogesnelheidscircuits, en trekt daaruit duidelijke conclusies. “We hebben twee races gewonnen op banen met veel snelle bochten. Dat zegt genoeg. Op circuits met meer lage en medium-speed secties hebben we het zwaarder. Daar ligt nog steeds onze uitdaging.”
Hoewel Verstappen benadrukt dat er hard wordt gewerkt om de balans van de auto te verbeteren, verwacht hij voorlopig geen mirakel. “We moeten die goede balans in snelle bochten proberen mee te nemen naar het langzamere werk, maar dat lukt nog niet. Dat is iets waar we aan blijven werken.”